Laura Schaap

Klikken voor opties


vakatelier 1:

samengewerkt met: Irene Disseldorp







Tijdens het eerste vakatelier was het de opdracht om een voertuig te maken van kosteloos materiaal. Dit voertuig moest kracht of snelheid tonen. Irene en ik hebben gekozen voor 'kracht'.

We lieten het voertuig getuigen van kracht door grote wielen, het kleurgebruik(rood en zwart) en de compacte vorm (grote, zwarte doosjes).



Ook moesten wij tijdens deze opdracht verschillende assemblagetechnieken gebruiken.
  • De wielen hebben wij bevestigd door middel van: satéprikkers, flessendoppen, elastiekjes en ijzerdraad.
  • De doosjes hebben wij op elkaar geplaatst en gebruik gemaakt van: elastiekjes, touw en ijzerdraad.
  • De voorwielen zijn aan het voertuig, en aan elkaar, bevestigd door middel van ijzerdraad en satéprikkers.

-------------------------------------------------------------------------------



vakatelier 2:

samengewerkt met: Irene Disseldorp, Rianne Hommes en Tessa Deighton.



Tijdens dit vakatelier moesten wij een storyboard creëren en een stop-motion-video maken.

Deze stop-motion moest een race en een crash tonen tussen de eerder gebouwde voertuigen.

De video is op een andere pagina te zien.

Om beweging te suggereren hebben wij gebruik gemaakt van playmobil figuren, de omgeving (planten, huizen etc.) en wij hebben de strepen op de weg laten verplaatsen tussen de foto's in.


Voor het tweede deel moesten we een beoordelingsformat maken.
Samen gewerkt met: Gaby Bernadina



Wij moesten tijdens het eerste deel van dit vakatelier een beoordelingsformat maken om de stop-motions van onze klasgenoten objectief te kunnen beoordelen. We moesten rekening houden met een puntentelling en op minstens 4 aspecten toetsen.

Ons beoordelingsformat:


animatietechniek:

1 punt:                             2 punten:                                        3 punten:
niet goed in elkaar            een van de twee                              goed in elkaar overlopende

overlopende foto's,           punten onvoldoende.                      foto's, genoeg foto's

genoeg foto's.                   (of beide matig)


creatie van een omgeving:

1 punt:                             2 punten:                                        3 punten:
geen, of een matige          omgeving aanwezig                        energie/aandacht gestoken in de

suggestie van omgeving.  maar toont geen                              omgeving en deze veranderd

                                         verandering.                                    wanneer de voertuigen bewegen.


zichtbaarheid van race&crash:

1 punt:                             2 punten:                                         3 punten:
beide elementen niet        een van de elementen                       beide elementen duidelijk

of onvoldoende                niet aanwezig, of                              aanwezig.

aanwezig.                         beide matig


originaliteit en creativiteit:

1 punt:                             2 punten:                                         3 punten:
pure uitvoering.                voldoende originele                          originele verhaallijn, veel suggestie van

geen omgeving,                verhaallijn. Voldoende beweging.    Veel werk gestoken in de om-

of details                           riginele verhaallijn details.               geving, details en kleurgebruik.

                 

12 punten: een 10                 8 punten: een 6               4 punten: een 2
11 punten: een 9                   7 punten: een 5               3 punten: een 1
10 punten: een 8                   6 punten: een 4               2 punten: geen telling
9 punten: een 7                     5 punten: een 3
-------------------------------------------------------------------------------------



vakatelier 3:

niet samengewerkt met een klasgenoot.

Tijdens het tweede deel van dit vakatelier kregen wij de opdracht om een 'moderne vis' te boetseren.

We moesten een techniek gebruiken waarbij we de klei opblazen, zodat dit een lichter geheel zou worden en minder snel in zou zakken. Hierna moesten we een meetkundige vorm maken van dit stuk opgeblazen klei en van hieruit onze vis boetseren (bol, kubus, cilinder etc.)

De vis moest ook een element laten zien van de moderne technologie. Zoals een USB- stick waar een vin hoort te zitten, een apple-teken of wat dan ook.

Ook moesten we textuur gebruiken om de vis eventueel interessanter te maken, dit straalt veel meer kracht uit dan wanneer je lijnen zet om 2 delen te scheiden. Ook werd ons verteld hoe we het beste kleinere stukken klei konden vastmaken aan onze basis.

Voor mijn vis het ik de basisvorm 'cirkel' gebruikt. Van hieruit ben ik verder gaan werken. Ik heb een ruwe textuur gebruikt voor de vinnen en de staart van het dier.

Klikken voor optiesKlikken voor opties
Mijn vis werd een combinatie van een meerval en een koi-karper. Ik heb er moderne technologie in verwerkt door op de torso: 'Facebook' neer te zetten. De letters zijn in verschillende lettertypen, een subtiele verwijzing naar microsoft-office (Word en PowerPoint).



------------------------------------------------------------------------------------

vakatelier 4:


samengewerkt met: Anna Sophie Koppelaar
Anna Sophie heeft de foto's die bij deze les horen, op haar pagina staan.

Korte samenvatting:
<1860: klassiek: binnen klassiek werk wordt er veel gebruik gemaakt van symbolen, hier is erg nauwkeurig gewerkt. Wel wordt alles verfraaid. Rembrandt en Vermeer zijn beroemde schilders uit deze periode.
1860-1960: modernistisch: De kenmerken van modernistische schilderijen zijn vaak de woorden: 'abstractie' en 'experimenten'. Het doel van deze werken was vooral het shockeren en het afzetten tegen de klassieke periode.
1960-nu: postmodern: Een beroemde schilder binnen deze periode is van Gogh. De inhoud van deze schilderijen komt vooral vanuit de mode en wat de consument wil. Deze werken worden gemaakt om te vermaken en, nogmaals, te shockeren.

Periode: Klassiek
Binnen het gebouw 'Sant' Antonio en Italia' bevindt zich het schilderij 'de Kroning'. Dit is gemaakt door Lorenzo Veneziano.
De Madonna en het kind op dit schilderij zijn gericht op de nieuwe vorst, dit laat zien dat hij gesteund wordt door de Heer. Een engel brengt de nieuwe heerser zijn kroon, de heiligen kijken ook zijn kant op.
De kerk is hier een duidelijke opdrachtgever van. De paus wordt gesteund door Jezus, ze staan naast elkaar. Samen eren ze de nieuwe koning.




periode: klassiek
'De kroning' - Lorenzo Veneziano
Deze afbeelding is duidelijk klassiek. Dit om het feit dat de kerk een duidelijke opdrachtgever van het werk is. Het schilderij laat zien dat de nieuwe vorst gesteund wordt door God.




Periode: Modernistisch
'Sterrennacht' - van Gogh
Binnen dit schilderij is er erg veel ge-experimenteerd. Van Gogh wilde niet zo nauwkeurig mogeijk schilderen. De uitvinding van de fotografie haalde de taak uit handen van de schilders. Men wilde op andere manieren hun gevoelens uiten. Hij experimenteerde met vormen en technieken.


Periode: Post-modern
'Turquoise Marilyn' - Andy Warhol
Deze afbeelding is postmodern omdat het voor iedereen toegankelijk is. In dit schilderij zijn zeer contrasterende kleuren gebruikt. Ook zijn de vormen naar mijn mening 'over-geromantiseerd'.








-----------------------------------------------------------------------------

vakatelier 5:


Iedere leerling moest deze les enkele stukken fruit meenemen. Ik had appels meegenomen. De opdracht was om te experimenteren met de beschikbare materialen en bekende technieken.

experiment 1: De achtergrond bij dit experiment is lichtblauw. Ik liet bij de achtergrond het licht van rechtsboven komen. Bij de voorgrond, echter, heb ik een peer gemaakt met zacht pastelkrijt. Hier liet is de schaduw van rechtsboven én linksmidden komen. Zo probeerde ik met schaduwen te experimenteren op dit blad. Ook liet ik de schaduw nog van voren komen, zodat er een roze schaduw op de achtergrond verscheen.
experiment 2:  Bij dit experiment heb ik de achtergrond wit gelaten, en met oranje wasco het klokhuis van een appel op getekend. Hierna heb ik met de rug van mijn hand de wasco van het klokhuis uitgeveegd. Met waterverf heb ik hier in een enkele laag streken gezet op het blad. In 4 lagen heb ik een dikke streep getrokken door het klokhuis.
experiment 3:  Bij dit experiment heb ik mijn kwast natgemaakt en zo kort mogelijk in de roze verf gehouden. Hiermee heb ik van boven naar beneden het blad enigszins roze geverfd. Toen deed ik ditzelfde met de zwarte verf, alleen bedekte ik hiermee niet het hele blad, maar verfde ik een druppelvorm in de periferie van het blad. Met 2 extra lagen verfde ik van links naar recht om hier de 'schaduw' nog donkerder te maken. Toen dit enigszins droog werd, schilderde ik extra roze op de achtergrond en schilderde ik een appel op het breedste punt (links) van de schaduw. De verfkleuren zijn enigszins in elkaar overgelopen. Hier maakte ik uit op dat het heel mooi is om mee te werken, maar dat het geduld vraagt wanneer je meerdere kleuren wil gebruiken.
experiment 4: voor het vierde experiment heb ik oliepastel/zachtpaste en wasco gebruikt. Ik begon rechts. Ik heb hier met perzikoranje drie strepen naar het centrum van het blad getrokken, en heb hier gele strepen omheen gezet. De strepen heb ik vervolgens uitgeveegd waardoor de gehele rechterkant enigszins gekleurd was. De linkerkant deed ik hierna; ik heb perzikoranje strepen naar de buitenkant getrokken en lichte gele strepen naar het centrum van het blad. Ik wilde zien of dit een bepaald effect creëerde. Ik veegde de strepen uit en zag helaas dat het niet veel uithaalde. In het midden van het blad heb ik met wasco en oliepastel een appel getekend.
experiment 5: Bij dit experiment heb ik een tandenborstel, waterverf, een zeefje en een uitgeknipt appeltje van 5 cm gebruikt. De appel knipte ik horizontaal in 5 stroken van ongeveer 1 centimeter, behalve de bovenste. Het moest duiden op de blaadjes en de steel van een appel. De reepjes legde ik op het witte blad en stak de tandenborstel in de groene verf. Ik haalde de tandenborstel, boven het papier, over het zeefje. Zo kwam er een mistig/graffiti effect op het blad. Hierna liet ik enkele druppels verf op het blad vallen om een beetje contrast tussen de mist en deze 'harde' touch op het experiment te creëeren. De witte regio's, die overbleven omdat ik de stroken hier overheen had gelegd, heb ik groen geverfd met lichte waterverf. Hierna doopte ik de penseel in een donkerdere tint groen om vlekken te maken, ik stipte alle stroken aan. Zo eindigde dit experiment.














---------------------------------------------------------------------

vakatelier 6:

Dit was de kleuter les. We hebben geoefend met allerlei materiaal. Daarna moesten we onze eigen les voorbereiden en deze ook uitvoeren. Hierbij moest een prentenboek centraal staan. Verder moesten er instructie foto's gemaakt worden en foto's van het eind resultaat.
Deze opdracht deed ik samen met Ymke en Nienke.

Wij kozen voor het boek: Rupsje Nooit genoeg.

Onze opbouw van de les was:

Opening:
- nacht in het boek, dag in het boek. contrast=dansje doen met zijn alle.
- de rups heeft honger, eet een hele week fruit= doos met fruit erin.
- rupsje eet veel snoep, buikpijn= gesprek met de klas, hebben jullie wel eens buikpijn?
- cocon= cocon tekenen met cirkels van wasco
- vlinder= vlinder maken door te scheuren en te plakken met speciaal papier en behanglijm.


de resultaten van deze kleuterles zijn te vinden op de pagina van Nienke Sloot.
-------------------------------------------------------------------

vakatelier 7:

Beeldend probleem: een opdracht die de leerling beeldend uitdaagt. Een beeldend probleem beschikt over een beeldend doel en een technisch doel.

hoe werk je aan een beeldend probleem?
1: experimenteren
2: ontwerpen
3: ambachtelijk werken

Eerst hebben we een blad gekregen waar we 5 opdrachten mee gedaan hebben.
1: Er werd ons gevraagd om een kubus te tekenen. Wat opviel was dat iedereen een vierkant tekende die van de rechterkant werd bekeken, Het cliché beeld dat iedereen van een kubus had, klopt helemaal niet volgens de regels van perspectief.

2: Hierna tekenden we, met behulp van de leerkracht, een kubus die voldeed aan de regels van perspectief. Deze opdracht beschikte niet over een beeldend probleem, enkel over een technisch doel.

3: Ten derde moesten we een 'grappige kubus' tekenen. Ik tekende een bol, dit leek mij wel grappig. Alleen merkten mijn klasgenoten op dat dit geen grappige kubus was, dus tekende ik hier een kubus omheen. Dit was volgens de leraar geen grappige kubus, maar ik vond hem grappig, dus ik heb hem niet weggeveegd. Deze opdracht beschikte ook niet over een beeldend doel. De opdracht was veel te ruim en het begrip 'grappig' was te subjectief.

4 & 5: de opdrachten 4 (verlegen kubus) en 5 (woedende kubus) waren wel beeldende problemen. Het technisch doel bij deze opdracht was: lijnvoering. Het beschikte over een beeldend doel: verlegen/woedende kubus. Dit was een geleid experiment.


De tweede opdracht maakten wij met klei:
technisch doel: boetseren
beeldend probleem: mensfiguur in expressieve houding
beeldaspecten: vorm, verhouding, textuur

Mijn mensfiguur was een man in lusteloosheid. Hij zit op zijn knieën, hij hangt voorover, zijn handen zijn in elkaar. Hij weet het niet.

 
--------------------------------------------------------------------------

vakatelier 8:

samengewerkt met: Marijke Riem

  groep 3: Deze tekening is gemaakt door een kind in leerjaar 3, je ziet bij deze tekening één enkele grondlijn en veel ruimte voor de lucht. Er wordt, opvallend genoeg, geen gebruik gemaakt van objectkleuren, maar wel van schemakleuren: de boom heeft bijvoorbeeld een bruine stam en een groene bovenkant. Er wordt geen gebruik van kleurnuances.
groep 4: Op deze tekening van een leerling uit groep 4 zijn de figuren enigszins wanordelijk geplaatst, alleen zie je, als je goed kijkt dat de landdieren bovenin geplaatst zijn en de zeedieren onder. Een aantal van de dieren zijn gevormd door samengestelde vormen. Er wordt nauwelijks gebruik gemaakt van objectkleuren. Er is wel haaks contrast bij verschillende dieren te bekennen. Ook wordt er bij, bijvoorbeeld de zwaan, veel gebruik gemaakt van contouren.
groep 5: Er is 1 duidelijke grondlijn en veel ruimte voor 'de tekening' zelf. De armen staan niet haaks op het lichaam, maar er is toch veel ruimte tussen de armen en de romp. Er wordt gebruik gemaakt van objectkleuren binnen de aparte vormen (kleding, haar, huid), maar niet over het hele figuur. Het kind tekent geen kopbuikpoters meer, maar de figuren hebben wel opvallend grote hoofden.


samengewerkt met: Anna-Sophie

 Ons werd verteld een partner te kiezen en deze model te laten staan voor een portret. Voor dit portret dienden we gebruik te maken van houtskool. Anna-Sophie stond model voor mijn tekening. (onderstaande). Het belangrijkste bij deze opdracht was om te letten op de proporties van het menselijk lichaam. Bij het menselijk lichaam past het hoofd bijvoorbeeld 7 keer in het lichaam, en zit het kruis in het midden van het lichaam.
Bij mijn eerste poging tot een portret had ik het bovenlichaam te 'kort' en het linkerbeen te lang gemaakt, gelukkig leent houtskool zich heel goed voor het snelle verbeteren van je werk gedurende het tekenen.
 

--------------------------------------------------------------------------

vakatelier 9:

samengewerkt met: Anna Sophie Koppelaar

In dit vakatelier moesten wij de QR-code van een filmposter scannen en deze in thinglink voorzien van vragen. Wij hebben start- onderzoeks- analyse- en speculerende vragen gesteld.

 voorbeeldvragen:
vb startvraag: Wie heeft deel 1 van RIO gezien?
 vb speculerende vraag: Wat als de papegaaienfamilie op een steen zou staan ipv op een alligator?
 vb onderzoeksvraag: Waaruit kun je opmaken dat dit een gezinnetje papegaaien is?
 vb analysevragen: Wat vertelt de vlinder op de vleugel van de kleine vogel over haar karakter?
---------------------------------------------------------------------
voor het tweede deel van de les: dierencircus.
samengewerkt met: Marijke en Anna Sophie.

Hier moesten wij een lesfasemodel maken van een les beeldende vorming.
Wij bekeken een fragment uit de film 'Coraline', dit is de receptieve fase.
De leerlingen maken een stop-motion video, dit is de productieve fase.
hier moesten we ook een lesvoorbereidingsformulier en een video bij maken:




in het lesvoorbereidingsformulier niet vermeld:
kern (productieve fase): een half uur voor de video.
Werkvorm/ opdrachtvorm: stop-motion maken.

afsluiting (reflectieve fase): 10 min voor de video's en de beoordeling


Geen opmerkingen:

Een reactie posten