Samenwerking met Laura Schaap.
Voertuig van kosteloos materiaal.
Technisch doel:
Assemblage is zonder lijm of plakband.
Snelheid en kracht moet je laten zien door de kleuren van het materiaal te gebruiken.
Er moeten bewegende onderdelen op zitten.
Beeldend doel:
Een snelle en/of krachtige auto maken zonder de hulp van schilderen of gekleurd papier.
Werkproces/ assemblage technieken:
De auto straalt kracht uit door het gebruik van de kleuren. Het rood en geel straalt eraf omdat het voertuig zwart is. Ook de robuuste en stevige vorm en de grote achterwielen zijn een teken van kracht. Wij hebben: ijzerdraad, flessendoppen, kurken, satéstokjes, elastieken en touw gebruikt om onderdelen aan elkaar te bevestigen. De wielen zijn bevestigd op satéstokjes die door het onderste bakje heen zitten, hierdoor kunnen deze ronddraaien.
Storyboard
Dit storyboard vertelt in 6 plaatjes het verloop van het stop-motion filmpje.
1: De auto's staan klaar voor de race.
2: De auto's beginnen met racen.
3: De race is bezig en het linkervoertuig loopt op kop.
4: Er komt ineens een ijskar over de weg waardoor het linkervoertuig remt.
5: Het rechtervoertuig botst op de ijskar.
6: Iedereen is nog in orde en staat voor de voertuigen.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
(Filmpje)
Vakatelier 2
Samenwerking met: Laura Schaap, Rianne Hommes en Tessa Deighton.
Stop-motion filmpje.
Tijdens dit vakatelier moesten wij eerst een storyboard maken en vervolgens een stop-motion filmpje ervan maken.
Technisch doel:
Maak een stop-motion film: creeër door de omgeving te veranderen een bewegend filmpje door veel foto's achter elkaar te maken.
Beeldend doel:
Een race tussen de twee zelfgemaakte voertuigen van de vorige les, met een crash aan het einde.
Werkproces:
Om de beweging te laten zien lieten wij de achtergrond veranderen. Dit deden wij met behulp van playmobile: poppetjes, bomen, andere accessoires. Ook gebruikten wij losse stukjes papier voor de strepen op het midden van de weg zodat wij deze papierstukjes konden verplaatsen. Zo ontstaat beweging in een reeks foto's.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Vakatelier 3
Samen met: Rianne Hommes
Beoordelingsformulier filmpjes (26-01):
Voordat wij de stop-motion filmpjes van alle klasgenoten kregen te zien, moesten wij een beoordelingsformulier maken. Deze moet aangeven of er op ten minste vier onderdelen: onvoldoende, voldoende of goed is behaald. Het moet zo zijn gemaakt dat je objectief alle filmpjes kan beoordelen en een cijfer kan geven.
Onvoldoende (1 pnt.)
|
Voldoende (2 pnt.)
|
Goed (3 pnt.)
| |
Voertuigen
|
Geen snelheid of kracht te zien. Niet origineel. 1 of geen voertuig
aanwezig.
|
Bevat krachtige/snelle elementen. 2 voertuigen aanwezig.
|
Minstens 2 aanwezig.
Origineel. Bevat
krachtige/snelle elementen.
|
Omgeving
|
Achtergrond beweegt niet, veranderd niet.
|
Achtergrond beweegt amper, wisselt te weinig.
|
Laat duidelijk beweging zien en is origineel.
|
Animatie techniek
|
Veel haperingen in de film, techniek niet toepasselijk voor het doel.
|
Heeft een passende techniek toegepast om het doel te bereiken.
|
Is 1 goed lopende samenhang, techniek sluit perfect aan op het doel.
|
Crash element
|
Niet of onduidelijk aanwezig.
|
Is aanwezig, maar niet spectaculair.
|
Er is een duidelijke, spectaculaire crash te zien.
|
Wedstrijd element
|
Niet aanwezig, niet duidelijk herkenbaar.
|
Matig aanwezig, niet gedurende het hele filmpje te zien.
|
Er is overduidelijk sprake van een wedstrijd tussen 2 voertuigen.
|
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende opdracht is zelfstandig gemaakt.
Boetseer opdracht
Technisch doel:
De klei opblazen, zo wordt deze hol van binnen en blijft het kleiwerk lichter.
Beeldend doel:
Een geometrisch figuur, omgebouwd tot een vis met een modern technologisch aspect.
Werkproces:
Ik maak een bol van klei, deze druk ik plat tot ca. 0,5 cm. De randen van het rondje maak je nat, je legt een rietje tot iets voor het midden en vouwt de klei dubbel. Daarna kun je de klei opblazen en een gewenste vorm ervan maken.
Beschrijving:
Ik heb voor de ronde vorm gekozen als basis. Op mijn vis zijn de schubben als toetsen van het toetsenbord gemaakt.
De klei les bestond uit drie fasen: receptief, productief en reflectief. In de receptieve fase werd de opdracht uigelegd met een voorbeeld. In de productieve fase ging ik zelf aan de slag met de opdracht. In de reflectieve fase werd er gekeken of het kleiwerk aan alle eisen voldeed.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Vakatelier 4
Samen met: Gaby Bernadina en Jantine Brokking
Klassieke schilderijen:
Opdracht 1:
Van een klassiek schilderij een postmoderne versie maken.
Engelen
Uitwerking:
Het licht komt van links, er staan 2 engeltjes op afgebeeld die op de tafel leunen. Zij kijken naar rechtsboven. Zij hebben gekleurde vleugels (rood, blauw, groen, geel en zwart). De achtergrond is vrij neutraal door de grauwe kleur, er is maar 1 kleur gebruikt met schaduw elementen. Het papier heeft een motief, dit zie je terug aan de vierkantjes die licht doordrukken op het schilderij.
1. |
2. |
3. |
4. |
5. |
6. |
7. |
8. |
10. |
9. |
Opdracht 2
Drie schilderijen van drie verschillende tijden met onderbouwing.
Klassiek schilderij:
Het schilderij is zo realistisch mogelijk getekend.
Het symbool in deze afbeelding is overduidelijk de weg naar de kerk die in de verte staat.
Modern schilderij:
Het is duidelijk dat er geëxperimenteerd wordt met vormen en kleuren.
Je ziet dat het een vrouw is die in de spiegel kijkt, maar het is totaal niet waarheidsgetrouw. Een echt gezicht heeft bijvoorbeeld effen kleuren en bestaat niet uit harde lijnen, maar schaduwen. Ook is een gezicht niet geel met rood. Dit is typisch abstracte kunst.
Postmodern schilderij:
Dit is een bekend schilderij van Dali, dit was van oorsprong een modern schilderij. De typische smeltende klokken zijn veranderd in de karakters van "The Simpsons" waardoor het een postmodern schilderij is geworden.
De specifieke kenmerken van het oorspronkelijke schilderij worden uitvergroot om duidelijk te maken dat het van Dali komt.
Opdracht3
Motiverende lesopening maken.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Vakatelier5
Zelfstandig werk.
Teken met houtskool een bol met verschil tussen wit en zwart.
De opdracht was om zonder lijnen een bol te tekenen. Dit moesten wij doen door de achtergrond van donker naar licht te tekenen en de bolvorm vanaf de andere kant van donker naar licht te tekenen.
Appel tekenen met verschillende materialen.
1. |
2. |
alle vijf |
4. |
3. |
5. |
Beeldaspecten:
-Je ziet de appel recht voor je. Het licht komt van boven en overwegend van rechts. Dit zie je het beste terug op de tekeningen: 1,2 en 4.
-Bij 3,4 en 5 zie je dat textuur en kleur een belangrijke rol spelen.
-Bij 1 en 2 zijn dat vooral de vorm en kleur.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Vakatelier6
Samen met: Gaby Bernadina en Jantine Brokking
Aan de hand van een prentenboek een BV les maken
Samenvatting verhaal ( De wiebel- billen- boogie)
Moeder gaat van huis. vader doet verschillende spelletjes met de kinderen. hij gooi ze in de lucht hij speelt indiaantje hij gaat op jacht ze duiken in bad vader spuit de hele badkamer nat tijdens het afdrogen zingt hij een liedje dan komt mama thuis, wat een troep ze doen nog een keer de dans mama moet hard lachen.
Tijdens het voorlezen
- regendruppel dans + liedje. (drama en muziek)
- bananen jacht in het lokaal. Bananen krijgen een gekleurd lintje. Deze bananen kunnen worden gesorteerd. En de groepjes bananen kunnen worden geteld.
Na het voorlezen
- Indianentooi maken
- vis beplakken met glimmend materiaal. Op het raam plakken onder de zon.
Beeldend materiaal: foto’s uit het boek en foto’s van de schubben vis.
Lesvoorbereiding formulier
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Les 7 beeldend doel
Een beeldend probleem heeft een beeldend- en een technisch doel.
De eerste opdracht die we kregen, was aan de hand van het tekenen van kubussen.
De 1e opdracht was: teken een kubus. Hierbij kwam het cliche beeld naar boven wat iedereen van een kubus had. (De kubus werd voornamelijk van de rechterkant bekeken en het perspectief klopte niet, want alles was letterlijk vierkant en niet zoals het er in werkelijkheid uit zou moeten zien.)
De 2e opdracht was wederom een kubus tekenen, maar nu gaf de docent instructies over de hulplijnen die getekend moesten worden om het perspectief kloppend te maken. Deze opdracht had alleen een technisch doel en het beeldend doel miste dus.
Voor de 3e opdracht moesten we een "grappige kubus" tekenen. Dit was qua opdracht veel te ruim heel subjectief, wat is grappig? Hier miste het beeldend probleem ook.
Voor de 4e en de 5e opdracht moesten we een verlegen kubus en woedende kubus tekenen. Hier zitten zowel het technische doel in (lijnvoering) en het beeldende doel (verlegen en woedend) in.
De tweede opdracht die wij kregen was het maken van een mensfiguur met klei.
Beeldend doel: vorm, verhouding, expressie en eventueel textuur.
Technisch doel: klei bewerken vanuit 1 bol.
Dit mensfiguur voelt zich verdrietig. Dit zie je aan de gebogen houding, handen voor het gezicht en het hangende hoofd
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Les 8 Beeldend vermogen
Opdracht:
Neem tekeningen uit de onder-, midden- en boven bouw en kijk naar de verschillende aspecten die aanwezig zijn die betrekking hebben op:
- kleurgebruik
- Compositie
- Ruimte
- Vorm
Groep 1
Fase:
waarom?
Groep 6
Fase:
waarom?
Groep 8
Fase:
waarom?
De tweede opdracht was om een mensfiguur te tekenen.
We moesten uit ons hoofd een mensfiguur maken.We kregen hier kort de tijd voor.
Daarna moesten we kijken of de verhoudingen klopten.
- past het hoofd 8 keer in het lichaam
- zit het kruis in het midden
- etc.
Daarna kregen we 20 minuten om een klasgenoot na te tekenen, rekening houdend met de verhoudingen.
De docent deed voor hoe hij van een grove schets naar steeds fijnere details werkte.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Les 9 Beeldbeschouwen:
Deze les hebben we het gehad over beeldbeschouwing.Ik heb samengewerkt met Jantine en Nienke.
De eerste opdracht die wij kregen was het maken van de 5 verschillende vragen bij een poster.
We hebben bij de tekening hieronder verschillende vragen gesteld. Deze kun je aanklikken in de tekening. De vragen zijn:
1. startvragen
2. onderzoeksvragen
3. analysevragen
4. speculatieve vragen
5. conclusievraag
5. Hoe kun je dit beeld samenvatten?
De tweede opdracht die wij kregen was het lesfasenmodel maken voor een goede beeldende vormingsles.
We kregen in de receptieve fase een stukje uit de film "Coraline"te zien.
De productieve fase is om een stop-motion te maken.
De globale opdracht was gegeven en wij moesten zelf het doel, de opdracht en de manier van evalueren erbij bedenken.
Hieronder staat de LVB.
Hieronder volgt het filmpje dat wij laten zien als opening en voorbeeld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten