Vakatelier 1
In samenwerking met Chayenne.
Opdracht: maak een voertuig van kosteloos materiaal.
Wij hebben voor een voertuig gekozen dat snelheid laat zien.
De 3 assemblagetechnieken zijn: paperclips, punaises en satéstokken.
De bewegende onderdelen zijn de vleugels.
Beeldend doel: De leerlingen maken een voertuig van kosteloos materiaal.
Technisch doel: De leerlingen passen drie assemblagetechnieken toe.
------------------------------------------------------------------------------------
Vakatelier 2
In samenwerking met Chayenne, Annabel en Marijke.
Storyboard:
Opdracht: maak een stop-motion filmpje.
Opdracht: maak een stop-motion filmpje.
Dit filmpje laat zien dat 2 raketten strijden om wie het eerst bij de maan is. Ze gaan heel snel en uiteindelijk crashen ze tegen de maan. De maan valt uit elkaar.
We hebben gekozen voor een zwart-wit achtergrond.
Beeldend doel: De leerlingen verwerken een verhaal met een crash in de stop-motion filmpje.
Technisch doel: De leerlingen maken een stop-motion filmpje d.m.v. foto's maken met de Ipad.
Werkprocessen: experimenteel werkproces.
Werkprocessen: experimenteel werkproces.
------------------------------------------------------------------------------------
Vakatelier 3
Afwezig
-------------------------------------------------------------------------------------
Vakatelier 4In samenwerking met Gaby en Irene.
Klassieke schilderijen.
Opdracht 1: Van een klassiek schilderij een postmoderne versie maken.
Engelen |
Het licht komt van links, er staan 2 engeltjes op afgebeeld die op de tafel leunen. Zij kijken naar rechtsboven. Zij hebben gekleurde vleugels (rood, blauw, groen, geel en zwart). De achtergrond is vrij neutraal door de grauwe kleur, er is maar 1 kleur gebruikt met schaduwelementen. Het papier heeft een motief, dit zie je terug aan de vierkantjes die licht doordrukken op het schilderij.
3. |
5. |
6. |
7. |
8. |
9. |
10. |
Opdracht 2: Drie schilderijen van drie verschillende tijden met onderbouwing.
Klassiek schilderij:
Het schilderij is zo realistisch mogelijk getekend.
Het symbool in deze afbeelding is overduidelijk de weg naar de kerk die in de verte staat.
Het is duidelijk dat er geëxperimenteerd wordt met vormen en kleuren.
Je ziet dat het een vrouw is die in de spiegel kijkt, maar het is totaal niet waarheidsgetrouw. Een echt gezicht heeft bijvoorbeeld effen kleuren en bestaat niet uit harde lijnen, maar schaduwen. Ook is een gezicht niet geel met rood. Dit is typisch abstracte kunst.
Dit is een bekend schilderij van Dali, dit was van oorsprong een modern schilderij. De typische smeltende klokken zijn veranderd in de karakters van "The Simpsons" waardoor het een postmodern schilderij is geworden.
De specifieke kenmerken van het oorspronkelijke schilderij worden uitvergroot om duidelijk te maken dat het van Dali komt.
Bij de volgende opdracht heb ik zelfstandig gewerkt.
Opdracht 3: Lesvoorbereidingsformulier met een inspirerende opening.
-----------------------------------------------------------------------------
Vakatelier 5
Zelfstandig gewerkt.
Opdracht: teken met houtskool een bol met verschil tussen wit en zwart.Zelfstandig gewerkt.
Opdracht: teken een fruit met verschillende materialen.
Beeldaspect per plaatje:
Links boven = kleur
Links midden = vorm/textuur
Links onder = vorm
Midden boven = textuur
Midden = vorm/textuur
Midden onder = vorm
Rechts boven = vorm
Rechts midden = lijn/textuur
Rechts onder = vorm
-----------------------------------------------------------------------------
Vakatelier 6
In samenwerking met Gaby en Irene.
Opdracht: een beeldende vorming les maken waarin een prentenboek centraal staat.
Samenvatting verhaal prentenboek:
Moeder gaat van huis. Vader doet verschillende spelletjes met de kinderen. Hij gooit ze in de lucht. Hij speelt indiaantje. Hij gaat op jacht. Ze duiken in bad. Vader spuit de hele badkamer nat. Tijdens het afdrogen zingt hij een liedje. Dan komt mama thuis. Wat een troep. Ze doen nog een keer de dans. Mama moet hard lachen.
Tijdens het voorlezen (2 activiteiten met andere zaakvakken):
Na het voorlezen (2 activiteiten die met beeldende vorming te maken hebben):
Opdracht: een beeldende vorming les maken waarin een prentenboek centraal staat.
Prentenboek: Wiebel-billen-boogie |
Moeder gaat van huis. Vader doet verschillende spelletjes met de kinderen. Hij gooit ze in de lucht. Hij speelt indiaantje. Hij gaat op jacht. Ze duiken in bad. Vader spuit de hele badkamer nat. Tijdens het afdrogen zingt hij een liedje. Dan komt mama thuis. Wat een troep. Ze doen nog een keer de dans. Mama moet hard lachen.
Tijdens het voorlezen (2 activiteiten met andere zaakvakken):
- De regendruppel dans en liedje aanleren. (Drama en muziek)
- Met de klas op bananenjacht. De bananen krijgen een gekleurd lintje. De kinderen sorteren de bananen op kleur. Ook kunnen de bananen worden geteld. (Rekenen)
Na het voorlezen (2 activiteiten die met beeldende vorming te maken hebben):
- We maken een indianentooi van papier.
- We versieren een vis met glimmend materiaal. We hangen de vissen voor het raam. Door de zon zullen de vissen glimmen.
Lesvoorbereidingsformulier van deze les:
-----------------------------------------------------------------------------
Vakatelier 7
-----------------------------------------------------------------------------
Ik heb samengewerkt met Gaby, Irene en Jelle.
Opdracht:
Neem tekeningen uit de onder-, midden- en boven bouw en kijk naar de verschillende aspecten die aanwezig zijn die betrekking hebben op:
- kleurgebruik
- Compositie
- Ruimte
- Vorm
Kleur Vorm Compositie Ruimte |
Groep 1 |
Groep 6 |
Groep 8
Opdracht:
Maak een tekening van een mens. Voor de instructie van de leerkracht: Ik heb samengewerkt met Esmee. Opdracht: Maak een tekening van elkaar. Na de instructie van de leerkracht.
-----------------------------------------------------------------------------
Vakatelier 9 Beeldbeschouwing
Ik heb samengewerkt met Nienke en Irene.
Opdracht: Kies een poster en bedenk vragen bij elk onderdeel die je kan stellen om een gesprek op gang te brengen over de poster.
We hebben bij de tekening hieronder verschillende vragen gesteld. Deze kun je aanklikken in de tekening. De vragen op de poster horen bij de onderstaande onderdelen:
1. startvragen
2. onderzoeksvragen
3. analysevragen
4. speculatieve vragen
5. conclusievraag
|
Ik heb samengewerkt met Nienke en Irene.
Opdracht: Wij kregen de opdracht om een stop-motion filmpje te maken. De eisen waren:
- In het filmpje moeten minimaal 3 dieren voorkomen van geometrische vormen.
- Een dier moet tijdens het filmpje minimaal 1 keer uit beeld zijn.
- Het filmpje moet gaan over een spectaculaire circusact.
Lesfasenmodel:
We moesten een les bedenken waarbij de kinderen ook een stop-motion filmpje zouden moeten maken. Hierbij moesten we het hele lesfasenmodel invullen:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten