Les 1:
Samengewerkt met Len
Deze les hebben we van kosteloos materiaal een voertuig
gemaakt.
Het beeldend doel was om een krachtig en of snel voertuig te maken waarbij de onderdelen los van elkaar kunnen bewegen. Wij hebben een snel voertuig gemaakt. Dat is te zien aan de kleur (aluminium) en aan het vlaggetje. Het voorwiel van de motor kan draaien.
Het technisch doel was om drie verschillende assemblage technieken te gebruiken, maar geen lijm of plakband.
Wij hebben gebruik gemaakt van satéprikkers om de wielen te bevestigen, elastiek om de stoel vast te maken en touw om het stuur vast te maken.
Het beeldend doel was om een krachtig en of snel voertuig te maken waarbij de onderdelen los van elkaar kunnen bewegen. Wij hebben een snel voertuig gemaakt. Dat is te zien aan de kleur (aluminium) en aan het vlaggetje. Het voorwiel van de motor kan draaien.
Het technisch doel was om drie verschillende assemblage technieken te gebruiken, maar geen lijm of plakband.
Wij hebben gebruik gemaakt van satéprikkers om de wielen te bevestigen, elastiek om de stoel vast te maken en touw om het stuur vast te maken.
Les 2:
Samengewerkt met Len en Anna-Sophie
Deze les hebben we een stop-motion-filmpje gemaakt. Het
beeldend doel was om een filmpje te maken van een racewedstrijd tussen twee
voertuigen, die we de vorige les hebben gemaakt, die eindigt in een crash. Het
technisch doel was om gebruik te maken van stop-motion-techniek.
Deze opdracht was een ontwerpproces. We moesten namelijk
een oplossing zoeken voor een beeldend probleem. Van stilstaande beelden (foto’s)
moesten we een filmpje maken. Dat hebben we gedaan door de auto’s steeds een
klein stukje te verplaatsen en dan een foto te nemen. Als je al deze foto’s dan
achter elkaar afspeelt krijg je een filmpje waarin de voertuigen lijken te bewegen.
Les 3:
Deze les hebben we een beoordelingsformulier gemaakt om de stopmotion-filmpjes
van de vorige les objectief te kunnen beoordelen.
Beoordelingscriteria:
Crash
|
Er is geen crash
|
De voertuigen botsen, maar vallen niet uit elkaar
|
De voertuigen vallen uit elkaar
|
Animatietechniek
|
Het filmpje is schokkerig
|
Het filmpje is een beetje schokkerig
|
Het filmpje loopt vloeiend
|
Achtergrond
|
Er is geen achtergrond
|
Er is een niet passende achtergrond
|
Er is een passende achtergrond
|
Verhaal
|
Er is geen verhaallijn
|
Er is een logische verhaallijn
|
Er is een logische originele, verhaallijn
|
Ook heb ben we deze les gekleid. De klei-les bestond uit
drie fasen. In de receptieve fase werd de opdracht uitgelegd. Het technisch
doel was om van klei een holle vorm te maken door de klei op te blazen. Het
beeldend doel was om daarvan een moderne vis te maken. Je moest de elementen
van een vis en moderne technologie combineren. Ook moest je gebruik maken van
verschillende texturen. In de productieve fase werd de opdracht uitgevoerd. En
in de reflectieve fase werd gekeken of het werk aan de opdracht voldeed. Deze
opdracht was een ontwerpproces. We moesten namelijk een oplossing zoeken voor
een beeldend probleem. (het combineren van een vis met techniek). Ik heb dat
gedaan gedaan door mijn vis cijfertoetsen te geven.
Les 4:
Samengewerkt met Douwe, Joost en Marijke
Deze les ging over de beeldcultuur. De opdracht was om een schilderij
uit de klassieke, moderne en postmoderne tijd te zoeken en twee argumenten te
geven waarom het schilderij in die tijd hoort.
Daarna hebben we moderne versie gemaakt van een klassiek schilderij.
Daarna hebben we moderne versie gemaakt van een klassiek schilderij.
Klassieke periode
Het eten dat op tafel staat is erg realistisch geschilderd. Het
lijkt net echt.
De schilder van dit schilderij verwijst met de schedel en
het stilstaande horloge naar de vergankelijkheid van het leven. Er zitten dus
veel symbolen in het schilderij.
Moderne periode
Dit schilderij is niet realistisch, het is abstract.
Voor dit schilderij van Lego is gebruik gemaakt van een al
bestaand schilderij.
Dit schilderij is gemaakt als amusement.
Bol
Beeldaspect: Kleur
Appels
Beeldaspect: Kleur
'
Beeldaspect: Licht
Beeldaspect: Textuur
Beeldaspect: Lijn
Les 6
Kikker kan niet vliegen als Eend. Hij kan geen taarten bakken als Varkentje. Hij kan niet lezen zoals Haas. En hij kan niet timmeren als Rat. Kikker vraagt zich af wat hij eigenlijk wel kan. Maar Kikker is een kikker en kikkers kunnen heel hoog springen. En dat Kikker dan ook.
Afbeeldingen die passen bij het verhaal:
Opdrachten voor in de kring:
1. Haas kan heel goed lezen. De kinderen gaan later ook leren lezen. Ze weten wel al hoe letters eruit zien. In de klas gaan ze op zoek naar letters.
2. Varkentje kan heel goed taarten bakken. Op een taart horen ook kaarsjes. De kinderen krijgen een getal te zien en zetten de juiste hoeveelheid kaarsjes op een nep-taart.
Knutselopdrachten:
1. Maak een eigen Kikker van een WC-rol.
Les 7
Beeldend probleem
Het eerste deel van de les ging over kubussen.
De eerste opdracht die we kregen was teken een kubus. Bijna iedereen tekende een cliché kubus. De kubus werd vanaf rechts en boven bekeken en het perspectief klopte niet.
De tweede opdracht was om een kubus te tekenen met kloppend perspectief. Deze opdracht had een duidelijk technisch doel.
De derde opdracht was om een grappige kubus te tekenen. Deze opdracht was veel te subjectief. Het was niet duidelijk wat er met grappig werd bedoeld.
De vierde en vijfde opdracht waren om een boze en een verlegen kubus te tekenen.Dit was een beeldend probleem. In de opdracht zaten zowel een technisch als een beeldend doel.
Het tweede deel van de les ging over het maken van een mensfiguur van klei. Het beeldend doel was dat de mensfiguur de juiste verhoudingen moest hebben. Het technisch doel was dat de figuur uit een stuk klei gemaakt moest worden.
Les 8
Beeldend vermogen
De opdracht deze les was om drie kindertekeningen mee te nemen en daarvan aan de hand van kenmerken en beeldaspecten toe te lichten in welke ontwikkelingsfase de tekening hoort.
Groep 1
Fase: Schematisch stadium 2A
Fase: Schematisch stadium 2A
Groep 6
Fase: Schematisch stadium 2B
Groep 8
Stadium: Schematisch stadium 2B
Geen opmerkingen:
Een reactie posten